In 1 Korinthe 12:5-8 lezen we: “Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere.6Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.7Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.8Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest;…”
In onze vorige studie zagen we dat er veel gaven in de Korinthe gemeente functioneerden, maar geschonken door slechts één Heilige Geest en we leerden ook dat het God Zelf is Die deze geestelijke “gaven” uitdeelt aan wie Hij wil. Hier komen we al gelijk op het onderscheid dat Paulus maakt tussen de GAVE van de Heilige Geest zelf en de GAVEN die God aan verschillende onderscheiden leden van het lichaam geeft, zoals Hij dat goed acht.

De GAVE van de Persoon van de Heilige Geest krijgt ieder lid bij de wedergeboorte, maar de GAVEN worden aan sommige individuele leden meegedeeld, tot opbouw van het gehele lichaam, zoals dat o.a. beschreven is in Ef. 4:16 en Rom. 12:6-8. Het VOL zijn van de Geest heeft te maken met erkenning en herkenning van de gemeenteleden, die zien dat sommige gemeenteleden met vrijmoedigheid gaan getuigen van Gods wonderbare daden en met gezag kan gaan optreden temidden van gelovigen, zoals Petrus dat op de Pinksterdag deed en later de diaken Stefanus (vergelijk o.a. Num. 27:15-23 en Deut. 34:9 met 2 Tim. 1:6; 1 Tim. 4:14 en Hand. 4:8; 6:3-5).

VERVULD met de Heilige Geest houdt verband met momenten van tegenwerking en openlijke vijandschap (Hand. 4:31; 13:9).

Laten we nu overgaan tot de tekst zelf:

vs. 5, “Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere.” Ook wat onze dienst in de gemeente betreft, moet de Heere Jezus de Gever blijken te zijn van de uitgeoefende gave(n). Hij is het immers die ook tot dienst riep (2 Tim. 2:4;1:9)? Wanneer we deze Goddelijke roeping uit het oog verliezen, worden we “ogendienaars en mensen behagers” en zullen we overgaan tot vleitaal, er komt scheiding (Joh. 9:22; 12:42,43; 1 Thes. 2:3-6).

Ook al worden er dan “krachten” zichtbaar in onze bediening, betekent dat helemaal niet dat deze ook van God afkomstig zijn, al spreken we de Naam van Jezus uit tijdens de uitoefening van deze “krachten” (Mat. 7:22; 11:20).

vs. 6, “Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.” De “werkingen” die hier bedoeld worden, vinden we terug in vs.10. Deze werkingen kunnen op drie manieren worden tegengewerkt, door:

1. Ongeloof bij de hoorders (Mat. 13:58),
2. Door ongeloof bij de predikers (Mat. 17:20, of
3. Door een verkeerd, hoogmoedig en ik-gericht gebruik ervan, waarbij de prediker centraal is komen te staan (Mrk. 6:30). In principe wil God deze manifestatie van krachten aan elke gelovige geven, mits deze geoefend is in dankzegging onder alle omstandigheden (2 Kor. 12:9; 1 Kor. 2:4; Fil. 4:6).

vs. 7, “Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.” Het doel moet echter steeds de “stichting van de ànder” betekenen, niet de stichting van het “ik” (1 Kor. 13:5; Judas: 16-19; 1 Petr. 4:2; 2 Pet. 2:3,10)!

Als het gaat om de “werkingen van krachten” zal de nadruk op Gods krachtig Woord liggen (1 Kor. 14:11; 1 Pet. 4:11; 1 Kor. 2:4,5; Joh. 6:63; 1 Kor. 4:24,25).
vs.8, “Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest;…” Woorden van wijsheid en kennis betekenen niet de wijsheid en kennis van de “Boom van kennis van goed en kwaad”, die de “wijsheid van deze wereld” vertegenwoordigt (1 Kor. 1:25-29; 3:18-20; Jak. 1:5; 3:13).

De wijsheid die van Boven is, blijkt de Heere Jezus Zelf te zijn en heeft te maken met onze kennis van Zijn heerlijke Persoon en géén buiten Bijbelse “bovenzintuiglijke” kennis, en dus occulte kennis of waarzeggerij (1 Kor. 2:24,30; Kol. 2:3)!

Wereldse wijsheid wordt vaak verleend door “spirituele krachten” (demonen), die naar een opening in het harnas van de christen zoeken (meestal hoogmoed en ongehoorzaamheid aan Gods Woord, een vorm van afgoderij) om binnen te kunnen komen met hun verdorven en duistere “gaven”.

Deze z.g. (occulte) “spirituele gaven” brengen twist, nijd, jaloezie, hoogmoed en tweedracht onder gelovigen met zich mee (Jak. 3:14; Gal. 5:15-17,19-21).

Omdat de gelovigen in Korinthië zich niet helemaal van deze oude, vaak overgeërfde spirituele “gaven” hadden gereinigd (1 Joh. 3:3), was hun verstand en geweten nog “bevlekt” en bleven bepaalde zonden in hun zieleleven zitten, wat door sommige Bijbelonderzoekers “de latente kracht van de ziel” wordt genoemd (2 Kor. 12:20; Tit. 1:15, Watchman Nee e.a.).

De video is afkomstig van deze Youtube pagina:

https://www.youtube.com/watch?v=zwV_LCnfBOE