Geroepen tot het celibaat

In dit Schriftgedeelte beschrijft Paulus enkele redenen om géén huwelijksverhouding aan te gaan. Hij beschrijft de moeilijkheden die een echtpaar moeten ondervinden en de vrijwel onbeperkte mogelijkheden die een vrijgezel heeft in de dienst van de Here Jezus. Tòch keurt hij het huwelijk niet af, zoals valse leraars, met hun demonisch geïnspireerde boodschappen, in zijn tijd wèl deden (1 Tim.4:1-5; Kol. 2:20-23). Daarom verwerpt hij de gedachte dat hij bezig zou zijn gelovigen iets af te nemen wat God als een geschenk gegeven had. Hij wenste “geen strik over de gelovigen te werpen”, maar duidelijk te maken dat een ongetrouwde meer vrijheid kent om God te dienen “zonder heen en weer getrokken te worden” (v.35).

vs. 25. Paulus heeft, gezien zijn eigen vrijheid t.a.v. de huwelijksband, van de Heilige Geest toestemming gekregen om vrijmoedig zijn eigen mening te geven m.b.t weduwen en ongetrouwden. Dit in tegenstelling tot reeds bestaande huwelijksverhoudingen, zoals in vs. 7.

Vanuit de barmhartigheid die God hem geschonken had om trouw aan zijn roeping te blijven, schetst Paulus de voordelen van een ongebonden staat t.o.v. welk mens of menselijke verhouding ook (Zie vs. 33-35 en de vrijgezellen staat van Jezus Zelf).

vs. 26 Maar er kan nog een reden zijn om af te zien van een huwelijk, die van een nood die je ziet aankomen, b.v. oorlog en/of hongersnood, vervolgingen etc. (zie b.v. Jer. 16:2 vv). Er kunnen ook zeer praktische omstandigheden en rol spelen, zoals economische en lichamelijke handicaps die veel hinder zouden kunnen opleveren t.a.v. de huwelijksband.

vs. 27 Wanneer je dan nog niet “gebonden” bent, moet je beslist geen vrouw zoeken, maar…als je reeds een vrouw hebt, mag je géén ontbinding van deze huwelijksband zoeken! Dan moeten de echtelieden de eigen verantwoordelijkheid samen dragen.

vs. 28 Elke huwelijksband kent zo zijn eigen “verzoekingen in het vlees” en Paulus wil zijn ongetrouwde toehoorders en de weduwen sparen.

v.29-31 Tòch kunnen er situaties zijn die de genoemde huwelijksbanden minder knellend laten zijn. De gedachte dat God met elke levensomstandigheid een doel heeft kan iemand weer lucht geven in moeilijke situaties.

Het is daarom goed om steeds weer het “hemelburgerschap” te herinneren. De Bijbel zegt “de gedaante dezer wereld gaat snel voorbij” en in de hemel worden er geen huwelijken meer gesloten (Luk. 20:34-36).

vs. 32 Bekommeringen zouden we uit de weg kunnen gaan, we hoeven ze niet te zoeken! En àls we al bekommerd zijn, moet dat onze dienst aan God betreffen en op de 2e plaats de dienst aan de naaste. Dan worden de juiste verhoudingen gezien. v.33-35 Zie de bespreking bij vs. 25.

De video is afkomstig van deze Youtube pagina:

https://www.youtube.com/watch?v=XpOkpGhPXUg